Interacties tussen de netwerken voor energie, mobiliteit en ICT
Mobiliteit, energie en ICT zijn op ontelbaar veel manieren van elkaar afhankelijk. Dit biedt zowel kansen als bedreigingen voor duurzaamheid, de kwaliteit van de leefomgeving en de verkeersveiligheid. Op welke manieren de netwerken van elkaar afhangen en hoe je vanuit de onderlinge relaties kunt zoeken naar kansen en bedreigingen voor IenW-beleidsterreinen beschrijft Saeda Moorman, onderzoeker bij het Kennisinstituut voor Mobiliteistbeleid (KiM), in het essay “Interacties tussen de netwerken voor energie, mobiliteit en ICT”.
Functies
Kernpunt in het essay is dat elk netwerk een aantal functies vervult. Deze functies hebben interacties met functies van andere netwerken. De output van het netwerk (mobiliteit, energie en informatie) is de belangrijkste functie, maar binnen het netwerk zijn nog meer functies, met name productie (bijv. productie van elektriciteit voor elektrische voertuigen), transport (elektriciteitskabels, wegen, internet), opslag (data- en energieopslag, parkeren) en ‘dragers’, dat wat beweegt door de netwerken (elektriciteit, bits & bytes, voertuigen).
Afhankelijkheden
Een afhankelijkheid tussen functies kan erop duiden dat hier een kans of bedreiging aanwezig is. Bijvoorbeeld als 2 functies sterk tijdafhankelijk verbonden zijn - denk aan just-in-time delivery - dan is vertraging een bedreiging. Een kans is om met het aanleggen van voorraden deze afhankelijkheid te verminderen. In het essay worden 7 typen afhankelijkheden onderscheiden:
- Fysiek: een netwerk heeft fysieke input uit een ander netwerk nodig, bijvoorbeeld brandstof.
- Cyber: een cyberafhankelijkheid is virtueel en verloopt bijvoorbeeld via internet. Hier komen bedreigingen op het gebied van hacken vandaan.
- Plaats: bij plaatsafhankelijkheid delen netwerken (op onderdelen) dezelfde locatie, denk aan een elektriciteitskabel die onder een brug doorloopt. Een kans hieruit is verbetering van de leefomgeving, omdat er voor de functies samen minder ruimte nodig is. Een bedreiging is dat een lokaal probleem in het ene netwerk doorwerkt in het andere netwerk (cascadering).
- Tijdschaal: is de afhankelijkheid real-time (direct) of speelt die op een termijn van uren, dagen, jaren? Een real-time afhankelijkheid kan snel leiden tot tekorten; door cruciale zaken (onderdelen, brandstof etc.) op voorraad te houden is deze afhankelijkheid te verminderen.
- Frequentie: is de afhankelijkheid er altijd of alleen in specifieke (nood)situaties, alleen op piekmomenten? ICT kan helpen om ongewenste pieken in vraag en aanbod ‘af te scheren’ (peak shaving).
- Flexibiliteit: hoe star, dom of slim en flexibel is de afhankelijkheid tussen (functies in) de netwerken. Is er lerend vermogen? Is er een switch mogelijk naar een andere locatie, tijd of verbinding?
- Concentratie: dit gaat over een machtsconcentratie bij bepaalde partijen, denk aan monopolies.
Doel essay
Het essay beoogt een hulpmiddel te zijn om interacties tussen de 3 netwerken te verkennen vanuit de functies in de netwerken. We laten in het essay zien dat het denkmodel van functies en afhankelijkheden richting kan geven aan het verkennen van kansen en bedreigingen voor IenW-domeinen.