Worden mobiliteitshubs het nieuwe normaal? Denk aan de wortel én de stok
Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk van 25 en 26 november 2021 in Utrecht door Jan-Jelle Witte, María J. Alonso González en Tibor Rongen vanuit de Rijksuniversiteit Groningen.
Samenvatting
Reizigers reizen het liefst van deur tot deur, zonder overstap. Wanneer dit met de auto gebeurt kan een overstap naar multimodaal reizen maatschappelijke voordelen hebben, van duurzaamheid en bereikbaarheid tot leefbaarheid. En de unimodale ov-verplaatsing kan soms meer kosteneffectief gemaakt worden wanneer op de dunste ov-lijnen vraagafhankelijk openbaar vervoer of deelvervoer gebruikt wordt. Ook in het goederenvervoer kan multimodale overslag wenselijk zijn, bijvoorbeeld bij levering in historische binnensteden en woonwijken. Wanneer een overgang naar multimodale ketenmobiliteit wenselijk is, kunnen mobiliteitshubs het opstappen, overstappen en goederen overslaan eenvoudiger en prettiger maken.
Multimodaal reizen en vervoeren impliceert een ingrijpende verandering in mobiliteitsgedrag, die in veel gevallen tegen de voorkeuren van reizigers en verladers in gaat. Reizen via hubs betekent (meer) overstappen, en het organiseren van voor- en/of natransport van de herkomstlocatie naar de hub, en van de hub naar de eindbestemming. Door de Coronacrisis staan reizigers mogelijk meer open om hun gewoontegedrag te herzien. En door mobiliteitshubs zo aantrekkelijk mogelijk te maken (de wortel) wordt de drempel verder verlaagd. Dit zal op zichzelf echter onvoldoende zijn om de weerstand tegen overstappen en voor-/natransport weg te nemen. Pas als het alternatief, met name de unimodale (vracht)autoverplaatsing, minder aantrekkelijk wordt (de stok) is het kansrijk om van reizen via hubs voor meer verplaatsingen het nieuwe normaal te maken. In plaats van het ontwikkelen van hubs kunnen we dus beter spreken van het ontwikkelen van hubsbeleid.