An analysis of the mobility hub concept in the Netherlands: Historical lessons for its implementation
Onderzoek naar beleidsdocumenten en interviews om mobiliteitshubs als beleidsconcept te evalueren. Het onderzoek werd uitgevoerd door Tibor Rongen, Taede Tillema, Jos Arts, María J. Alonso-González en Jan-Jelle Witte.
Samenvatting
Mobiliteitshubs worden steeds populairder binnen internationaal onderzoek en beleid, ook in Nederland. Om planners beter in staat te stellen het mobiliteitshub-concept te implementeren, hebben we de waarde ervan vergeleken met die van verwante concepten die eerder zijn geïmplementeerd. Concreet onderzochten we historische Nederlandse beleidsdocumenten en voerden we expert- en koploperinterviews om de mobiliteitshub als beleidsconcept te evalueren.
We volgden eerst de evolutie van de mobiliteitshub, waarbij we ons concentreerden op knooppunt- en plaatsgebaseerde concepten die sinds de tweede helft van de 20e eeuw zijn geïmplementeerd. We ontdekten dat verwante concepten, zoals Park and Ride (P + R) of transit-oriented development (TOD), doorgaans gericht zijn op het verbeteren van de overdracht tussen collectief en feedertransport, terwijl interacties met landgebruik meer aandacht hebben gekregen. We hebben beleidslessen getrokken uit de implementatie van deze historische beleidsconcepten.
Onze bevindingen suggereren dat strategisch gekozen locaties, geïntegreerde mobiliteitssystemen, flankerend beleid, beleidscoherentie op meerdere niveaus en publiek-private samenwerking belangrijke overwegingen zijn bij het implementeren van mobiliteitshubs. Bovendien zouden deelmobiliteit, Mobility as a Service (MaaS), voertuigelektrificatie en vraagafhankelijk openbaar vervoer de implementatie van TOD-, P+R-, buurt- en plattelandsknooppunten kunnen bevorderen. Concluderend zou het ontwerp van verschillende soorten mobiliteitshubs idealiter gebaseerd moeten zijn op onderliggende beleidsdoelstellingen en aangepast aan de lokale context.