Van knooppunten naar mobiliteitshubs
“Bekijk Nederland als één grote, groene netwerkstad”, aldus CROW-directeur Pieter Litjens en zijn collega bij Platform31, Hamit Karakus. Niet gek, als je bedenkt dat 60% van de Nederlanders in een stad woont, een aantal dat blijft groeien. De grote steden in Nederland staan erdoor onder druk. Meer woningen, die bereikbaar moeten blijven, in wijken die leefbaar, groen en gezond zijn. Waar wonen, werken en recreëren hand in hand gaan.
Dit vraagt om keuzes. Bijvoorbeeld rondom de nu nog traditionele knooppunten. Knooppuntontwikkeling is niet nieuw in Nederland. Ook internationaal gezien is Transit Oriented Development niet een nieuw thema. Inhoudelijk niets meer of minder dan knooppunten van mobiliteit (vaak gerelateerd aan openbaar vervoer), afgestemd op (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen als wonen, werken en recreëren.
Door nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden liggen veranderingen echter op de loer. Termen als smart mobility, new mobility, mobility as a service (MaaS) en duurzame gebiedsontwikkeling vallen steeds vaker. Onderdeel van deze concepten is vaak de zogeheten mobiliteitshub, een term die nog te vast staat voor haar invulling.
Een mobiliteitshub is, ondanks haar naam, meer dan slechts een knooppunt van mobiliteit zoals we deze nu kennen. Het gaat om slimme en nieuwe mobiliteit (elektrisch vervoer, deelauto’s) als ook Mobility as a Service, waarin er afhankelijk van de reis, de beschikbare middelen en de voorkeuren van de individuele reiziger gekozen kan worden voor de op dat moment best beschikbare reis. Om op die manier optimaal te kunnen voorzien in de vraag van de reiziger, als ook het optimaal faciliteren van de overstap, iets dat toch als kwalijkste punt wordt gezien binnen de (openbaar vervoers-)reis.
Maar een mobiliteitshub gaat verder dan dat; de verblijfskwaliteit en beleving staan, naast de vervoersfunctie, ook centraal. De verblijfskwaliteit als punt omdat een knooppunt (of mobiliteitshub) meer is dan slecht een vertrek-, overstap- of eindpunt, maar zeker ook als verblijfsplek. Dit vraagt ons na te denken over nieuwe manieren van vervoer, waar automobiliteit niet altijd vanzelfsprekend is, en het bundelen van functies. Het zijn die plekken waar in de toekomst functies van wonen, werken en recreëren bij elkaar komen, meer dan nu al het geval is. Aangevuld met gezonde, leefbare en prettige plekken met voldoende voorzieningen om (langdurig) te kunnen verblijven.
Voorbeeld uit de praktijk – Zaancorridor Uit inhoudelijke analyses bleek dat er rond de knooppunten in de Zaancorridor ruimte was voor nieuwe ontwikkelingen, én dat er vanuit de markt vraag was naar nieuwe mogelijkheden. De bestaande plannen bleken echter onvoldoende te zijn afgestemd op de marktontwikkelingen. De verschillende stakeholders (onder andere gemeenten, provincie en NS) trekken sinds 2016 gezamenlijk op, met enerzijds een vervoersvraagstuk (optimaal benutten van de afzonderlijke knopen en het vergroten van de samenhang van deze knopen op corridorniveau), anderzijds ook het vergroten van de verblijfs- en belevingswaarde rond de knopen (verbeteren en beter benutten van de stationsomgevingen als aantrekkelijke plek om te wonen, werken, recreëren, ondernemen en verblijven). Deze aanpak bleek succesvol. Kijk voor aanvullende informatie, en drie extra voorbeelden, in dit overzicht. |
Ook vraagt het ons na te denken over verschillende vormen van mobiliteitshubs. Geen enkele locatie is hetzelfde en op geen enkele locatie zijn de eisen gelijk. Binnenstedelijke mobiliteitshubs kennen een ander vraag en aanbod dan hubs in buitenstedelijk gebied. Er zal dus een differentiatie aan knooppunten ontstaan.
Maar hoe gaan we dit bereiken? Het vraagt om samenwerken van stakeholders, tussen overheden en marktpartijen (zoals projectontwikkelaars en mobiliteitsaanbieders) maar ook tussen beleidsvelden zoals ruimte en mobiliteit. Een integrale aanpak met kennis van inhoud én proces. Dat is nieuw, en niet gemakkelijk. CROW probeert daar, samen met andere kennisinstellingen en alle betrokken partijen, stappen in te zetten door het op gang brengen van een beweging die de uitvoering en gewenste gebiedsontwikkeling dichterbij brengen. Voor nu heeft dat al geleid tot het Processtappen voor Transit Oriented Development.
Hoe willen we deze samenwerking vormgeven, wat vinden we hierin belangrijk? Ga met ons in gesprek! Bent u nieuwsgierig naar de laatste inzichten en wilt u meepraten over hoe we de mobiliteitshubs van de toekomst samen kunnen vormgeven? Kom dan naar de sessie ‘van knooppunten naar mobiliteitshubs’ op het NVC.
Paul Steeneken