De hub als link tussen hoofdwegennet en duurzame stedelijke mobiliteit : uitwerking corridorhubs
Rapport van Rijkswaterstaat dat dient als inspirerend middel om het gesprek te voeren over de (on) mogelijkheden van corridorhubs. Daarbij worden handvatten geboden om samen met andere partijen het gesprek aan te gaan over hoe een transitie naar andere mobiliteitsconcepten vorm te geven is.
Achtergrond
Een type hub is de zogenaamde corridorhub. Deze liggen verder van de stad af, buiten fietsafstand tot de stad. Op deze plekken kunnen reizigers bijvoorbeeld overstappen op de trein of een snelle bus, die over de snelweg gaat. Auto’s gaan dan eerder van de snelweg af, waardoor bijvoorbeeld stedelijke ringwegen niet overbelast raken. Reizen via een corridorhub blijkt zelfs sneller te kunnen zijn een reis die volledig wordt afgelegd met de auto. Ook hier speelt weer de vraag hoe we hier mee omgaan als Rijkswaterstaat. Geven we bussen voorrang? Wijzen we een rijstrook toe aan de bussen ten koste van het verkeer? Hoe leggen we de verbinding met de energietransitie?
Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen maken dat het mobiliteitssysteem aan het veranderen is. Deze mobiliteitstransitie is zichtbaar in een aantal ontwikkelingen. Zo krijgt de auto in de steeds drukker wordende steden steeds minder ruimte ten gunste van fiets, voetganger en OV, zowel voor bewoners als bezoekers. De steden verwijzen automobiliteit binnen de stedelijke regio naar het Hoofdwegennet (HWN; globaal het systeem van snelwegen, met afritten en verzorgingsplaatsen). Het HWN in de stedelijke gebieden, waaronder de ringwegen rond de grote steden, staat echter ook zonder deze ontwikkeling al onder grote druk.
Het verkeersaanbod is in de spitsperioden vaak veel groter dan de beschikbare capaciteit, waardoor files ontstaan die grote impact hebben op het netwerk in en rond deze steden.
ICT ontwikkelingen als MaaS (Mobility as a Service) maken het mogelijk om maatwerk voor gebruikers te bieden over de grenzen van modaliteiten en bezit heen. Multimodale ketenreizen zullen daardoor steeds vaker voorkomen. Dit betekent dat partijen die zich met mobiliteit bezig houden, zoals Rijkswaterstaat (RWS), ook steeds meer vanuit één integraal mobiliteitssysteem (moeten) werken (RLI, 2018). Rijkswaterstaat beheert het HWN. Beslissingen over het HWN, zoals het uitbreiden van capaciteit kunnen niet meer genomen worden zonder, in samenwerking met alle daarbij betrokken partijen, naar dit integrale mobiliteitssysteem te kijken. In dit mobiliteitssysteem is het een belangrijk element hoe je van de ene op de andere modaliteit kunt overstappen. Deze overstappunten noemen we hubs. De rol van het HWN in ketenmobiliteit en mobiliteitshubs is echter nog niet zo groot als die van OV-knooppunten. Ook is er nog niet veel kennis hieromtrent aanwezig. Daarom is het onderliggende verkennend onderzoek gestart.
De aanleiding was dat overstappen vanaf het Hoofdwegennet op stedelijke mobiliteit nog een vrij onontgonnen gebied is binnen multimodale mobiliteit.