Nieuwsbericht

Parkeren en de omgevingswet

Profielfoto van Kennisplatform CROW
8 juni 2023 | 2 minuten lezen

De Eerste Kamer stemde dinsdag 14 maart in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. 

Minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening had de Kamer op 26 januari jl. laten weten dat aan de voorwaarden voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet kan worden voldaan op 1 januari 2024. Omdat de Kamer hiervan nog niet overtuigd was, vond er op 7 maart een debat plaats. De kritiek van een deel van de Kamer was vooral gericht op het zogeheten Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de uitvoering van de Omgevingswet technisch ondersteunt. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanwege de problemen met het DSO inmiddels al vijf keer uitgesteld. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde.

Aangenomen moties

  • De motie-Kluit c.s. verzoekt de regering om voor 1 juli 2023 een integraal, financi-eel beeld te maken voor gemeenten, provincies en omgevingsdiensten, en de Ka-mer voor de zomer te informeren over hoe deze kosten komende jaren gedekt worden.

  • De motie-Kluit c.s. verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat, voor zover re-levant voor 1 januari 2024, alle gemeenten een milieueffectrapportage maken voor de omgevingsvisies en/of het omgevingsplan.

  • De motie-Janssen c.s. verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat voor inwer-kingtreding van de Omgevingswet alle betreffende websites (waaronder, maar niet uitsluitend, de websites van het Digitaal Stelsel Omgevingswet) minimaal voldoen aan alle eisen op niveau A en AA van de norm Web Content Accessibility Guidelines 2.1 en de Eerste Kamer hier uiterlijk zes weken voor inwerkingtreding van de Om-gevingswet over te informeren.

  • De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering om binnen het DSO mogelijk te maken om voornemens van besluiten te publiceren, vergelijkbaar met het voorontwerp van een bestemmingsplan om participatie te bevorderen zodat er één vindplaats is voor alle voorgenomen besluiten waarover nog participatie moet plaatsvinden.

CROW heeft in 2021 een publicatie uitgebracht.

Het beleidsterrein parkeren maakt nu nog onderdeel uit van ‘de goede ruimtelijke ordening’. Onder de Omgevingswet zal het parkeerdomein moeten bijdragen aan een ‘goede fysieke leefomgeving’. Gemeenten kunnen daarbij nadenken over zaken als:

  • Parkeren als onderdeel van een mobiliteitsoplossing waarbij openbaar vervoer en andere vervoersmodaliteiten gelijk worden geschakeld met de auto;
  • Gedifferentieerde parkeernormen voor verschillende gebieden (binnenstedelijk versus schil centrum en buitengebied);
  • Parkeernorm nul in gebieden waar het autogebruik omwille van een goede fysieke leefomgeving teruggedrongen moet worden.

Omdat het beleidsterrein parkeren zo meteen onder de Omgevingswet onderdeel uit zal maken van de bredere doelstelling van een goede fysieke leefomgeving, is van belang om niet alleen het parkeerbeleid zelf maar ook de juridische verankering daarvan op een zodanige manier vorm te geven dat deze past bij de concrete situatie in de gemeente.