Nieuwsbericht

EU-project SmartHubs, werksessie in Brussel

Profielfoto van Kennisplatform CROW
27 oktober 2023 | 3 minuten lezen

Hoe kunnen Smart Mobility Hubs fungeren als ‘game changer’ richting inclusieve en duurzame mobiliteit in Europese steden? Om die onderzoeksvraag draait het EU-project SmartHubs. CROW'ers Eric de Kievit en Edwin Thoen namen op 16 oktober 2023 deel aan een SmartHubs-werksessie in Brussel.

CROW heeft een bescheiden rol in het project SmartHubs. We ondersteunen met name de Nederlandse activiteiten in de Living Labs. Dit zijn demonstratieprojecten waarbij onderzoek wordt gedaan en hub-ontwikkeltools in de praktijk worden toegepast. De looptijd van het onderzoeksproject is van mei 2021 tot mei 2024. SmartHubs gaat volgend jaar dus het laatste jaar in. 

Onderdeel van het project zijn stakeholderbijeenkomsten om onderzoeksresultaten met elkaar te delen. Door coronaperikelen was dat fysiek lange tijd niet mogelijk. Nu dus wel. De bijeenkomst was op de 32ste verdieping van Mobilise, een onderzoeksgroep van de Vrije Universiteit van Brussel.

Hublocaties

De dag startte in het centrum van Brussel met een bezoek aan hublocaties. Onder- en bovengronds wordt hard gewerkt aan deelmobiliteit (e-step, fiets, bakfiets) en stallingsfaciliteiten. Wat opvalt is dat de zichtbaarheid van die faciliteiten te wensen overlaat. Het zou te maken hebben met de gedeelde verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld verwijsborden.

Na een gezonde lunch, gaf Karst Geurs van de TU Twente als projectcoördinator een inleiding. Het project heeft al de nodige resultaten opgeleverd, waarvan de SmartHubs integratieladder een belangrijke is. Dit raamwerk schets de stappen om te komen tot hubs die ‘smart’ zijn en dat langs drie dimensies; ketenmobiliteit op een fysieke plaats, digitale integratie van reserveren, boeken en betalen, en ten slotte de mate waarin stakeholders bij ontwikkeling van de hub zijn betrokken.

20 pilothubs

Vervolgens presenteerde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een hubstrategie die uitgaat van 5 typologieën. Komende jaren gaat het gewest 20 pilothubs realiseren. Op de vraag hoe het businessmodel van deze hubs eruit ziet, was het antwoord dat dat bij de realisatie nauwelijks een rol speelt. De financiering komt uit de Europese subsidieregeling Herstel- en Veerkrachtfaciliteit.

Mobilise nam ons mee in praktijkonderzoek naar hubontwikkeling ten behoeve van 12 groepen kwetsbare verkeersdeelnemers. De selectie van deze groepen is toegepast op de wijk Kuregem in de Brusselse gemeente Anderlecht. Doel van het onderzoek was te komen tot een prototypehub waarbij de wensen van enkele van de belangrijkste kwetsbare groepen worden meegenomen. Conclusie: wanneer je alle wensen bij elkaar optelt, komt design of spaces, vehicles and devices als belangrijkste wens naar voren. Dit is uiteindelijk uitgewerkt in een aantal ontwerpen met verschillende serviceniveaus van een lokale hub. Leerpunten: maak participatie laagdrempelig en simpel, zoek mensen op, en laat zien wat je met de resultaten doet.

Tijdens de uitgebreide koffiepauze was er alle ruimte om langs de postersessies te lopen en met de opstellers in gesprek te gaan. Hier was per werkpakket van het SmartHubsproject nadere informatie te vinden over de instrumenten die zijn ontwikkeld voor inclusieve hubs, inclusief de integratieladder.

Hubgebruiker is kameleon

Na de postersessie presenteerde de TU Twente samen met de Universiteit van Wenen de resultaten van een pan-Europese studie naar de potentie van hubs om ‘game changers’ te worden. De data zijn verzameld vanuit de vier Living-Labs binnen het project: Brussel, Rotterdam-Den Haag, Wenen en München. Uitkomst: de mobiliteitshubgebruiker is een kameleon, flexibel in zijn mobiliteitskeuze en ketenverplaatsing. Hierbij spelen keuzen van lagere inkomensklassen een significante rol. Belangrijkste elementen van de mobiliteitshub vormen ‘informatie’ en ‘applicatie’. Dus meer digitale omgeving dan fysieke inrichting van de hub. Het onderzoek ging ook in op de bereidheid om te betalen voor specifieke diensten. Gebleken is dat wanneer de fysieke beschikbaarheid goed is, en de herkenbaarheid op orde, mensen bereid zijn om (meer) te betalen.

De dag werd afgesloten met een paneldiscussie met deelname van Brussels Mobility Jelten Baguet (Mpact), Martin Delens (ov-bedrijf STIB/MIVB), Suzanne Muller-Hubsch, wethouder voor mobiliteit van gemeente Anderlecht en David Timothé BuenAbad van Brussels Gewest (GoodMove). Centraal stond de integratie van mobiliteitshubs in de openbare ruimte en welke uitdagingen daarbij komen kijken. De accenten lagen met name op participatie en ruimte in relatie tot het netwerk.