Het belang van een goede definitie voor deelmobiliteit voor gemeenten
Het artikel “Definitie deelmobiliteit, een uitdaging voor beleidsmakers” verschenen op 11 december 2023 in Vexpansie brengt aan het licht dat beelden die mensen hebben bij deelmobiliteit van elkaar verschillen en dat er verschillend wordt gedacht over wat hier nu onder valt. In de media lijken twee dominante standpunten naar voren te komen: enthousiastelingen die deelmobiliteit omarmen en dit actief propageren, en sceptici die het als een nichemarkt beschouwen met beperkte toekomstige impact. Een genuanceerde kijk, essentieel voor effectieve beleidsvorming, blijft enigszins onderbelicht. In de discussie over de definitie van deelmobiliteit zien we dit terug. Een heldere definitie is cruciaal voor het voeren van constructieve debatten en het formuleren van beleid. Dat beleid kan variëren van volledig restrictief tot uiterst stimulerend, of het kan zowel beperkende als aanmoedigende elementen bevatten, afhankelijk van een maatwerkbenadering. Dit artikel richt zich op betekenis van een geschikte definitie voor deelmobiliteit voor deelmobiliteitsbeleid van decentrale overheden.
Steeds meer gemeenten merken dat deelmobiliteit in ontwikkeling is. Buurtbewoners bundelen hun krachten en vragen de medewerking van de gemeente om parkeerplaatsen in de openbare ruimte te reserveren voor deelauto’s. Bedrijven stellen hun wagenpark beschikbaar voor autodelen, terwijl commerciële ondernemingen voorstellen doen om deelvoertuigen in de gemeente aan te bieden. Zelfs traditionele autodealers betreden de deelmobiliteitsmarkt. Het gebruik van de openbare ruimte voor deelmobiliteit leidt echter soms tot ongewenste situaties en overlast. Gemeenten worden geconfronteerd met uiteenlopende beleidsvraagstukken die, afhankelijk van de potentie en specifieke kenmerken van de gemeente en de regio op verschillende wijzen kunnen worden benaderd, variërend van meedenken, stimuleren tot reguleren en maatwerk.
Meedenken in de ontwikkeling van deelmobiliteit
Meedenken in deelmobiliteit houdt in dat gemeenten, individuen, gemeenschappen, bedrijven en overheden de gelegenheid bieden om actief te participeren in het proces van en de discussie over ontwikkeling, bevordering, verbetering van deelmobiliteitsoplossingen of regulering van deelmobiliteit. Dit kan bijvoorbeeld door:
- Het organiseren van bijeenkomsten, enquêtes of workshops om de meningen, behoeften en zorgen van burgers te verzamelen;
- Het aanmoedigen van creatieve en innovatieve ideeën om deelmobiliteit te verbeteren;
- Samen te werken met belanghebbenden in het zoeken naar mogelijkheden, bijvoorbeeld bij het organiseren van een pilot om gezamenlijk gedragen oplossingen te ontwikkelen.
Bij het meedenken over deelmobiliteit is het essentieel dat alle participanten van dezelfde uitgangspunten uitgaan om misvattingen te voorkomen. Een landelijk geaccepteerde en vastgelegde definitie kan hieraan bijdragen.
Stimuleren van deelmobiliteit
Voor een succesvolle implementatie van deelmobiliteit zijn vooral de gemeenten aan zet. Gemeenten die hiervoor open staan kunnen een gunstig klimaat creëren voor de groei en acceptatie van deelmobiliteit als een integraal onderdeel van hun mobiliteitsstrategie. Zij hebben daarvoor dan wel bepaalde richtlijnen en hulpmiddelen nodig. Stel dat een decentrale overheid lagere parkeertarieven wil invoeren om deelmobiliteit te stimuleren, dan is het belangrijk om te begrijpen welke elementen binnen de definitie van deelmobiliteit noodzakelijk zijn om tariefdifferentiatie mogelijk te maken.
Regulering van deelmobiliteit
GNMI (2021) stelt dat deelmobiliteit impact kan hebben op het gebruik van de openbare ruimte, benadert dit vanuit de regulerende taak van gemeenten en refereert hierbij aan de mogelijkheden van de APV, de parkeerverordening en de ‘Nadere regels’ waarin het college van B&W gedetailleerd onderwerpen op kan nemen waaronder het koppelen van voorwaarden aan de vergunning, het selectieproces van aanbieders en het vergunningsproces. Juist de uitvoering van publieke taken, zoals het verlenen van parkeer- en omgevingsvergunningen (inclusief het beoordelen of wordt voldaan aan de parkeerbehoefte op basis van parkeernormen), differentiatie van parkeerbelasting, parkeerregulering vereisen een nauwkeurige definitie van deelmobiliteit.
Maatwerk in deelmobiliteitsbeleid
Naast meedenken, stimuleren of reguleren is een maatwerkbenadering vanuit een genuanceerd vertrekpunt een mogelijkheid. In sommige gebieden van een gemeente kan stimuleren aan de orde zijn, bijvoorbeeld in kerngebieden waar de vraag naar woningen hoog is en de ruimte om parkeren op te lossen beperkt. In andere gebieden is kritisch meedenken wellicht een passendere rol, bijvoorbeeld in wijken bij snelweglocaties en/of wijken met auto-afhankelijke bevolkingsgroepen. Kiezen voor deelmobiliteit is voor veel mensen niet vanzelfsprekend. Er zijn genoeg redenen om juist niet hiervoor, maar voor een eigen auto te kiezen. Bijvoorbeeld een zelfstandige die dagelijks klussen uitvoert op locatie en daarvoor zijn eigen bedrijfswagen nodig heeft, een medewerker van een bedrijf die een aantal dagen in de week op locatie moet zijn en op ieder ogenblik een auto nodig heeft, een zorgmedewerker die à la minuut van huis weg moet kunnen om zorg te kunnen verlenen of een hulpbehoevende die regelmatig op onvoorspelbare momenten naar het ziekenhuis moet en de garantie wil hebben om er op die momenten te kunnen komen of de kans om hulpbehoevend te worden. Het hebben van een auto is voor veel mensen ook een vorm van het hebben van zekerheid. Inwoners van Nederland hechten belang aan verzekerd zijn en vermijden van risico’s! In ons land komt oververzekerd vaker voor dan onderverzekerd zijn. Verzekerd zijn geeft een gerust en veilig gevoel. Het is onderdeel van een historisch, diepgewortelde cultuur waarvan het aannemelijk is dat die niet verandert. Ook in gesprekken die in deze context plaatsvinden, is het wenselijk om een duidelijke definitie van deelmobiliteit te hebben zodat mensen zelf kunnen bepalen of die mobiliteitsvorm al dan niet bij hen past.
Noodzaak van een definitie ‘deelmobiliteit’
Of het nu om meedenken, stimuleren, reguleren of maatwerk gaat, in iedere situatie moet duidelijk zijn wat ‘deelmobiliteit’ precies is. Iedere gemeente kan binnen de eigen gelederen samen met belanghebbenden hier consensus over zien te bereiken. Dat is een proces waaraan doorgaans een stevige tijdsinvestering is verbonden. Essentieel is dat een gemeente de uitkomst hiervan goed borgt en laat doorwerken in beleidsuitwerkingen. Precedentwerking kan worden voorkomen door binnen een gemeente slechts één definitie van deelmobiliteit te hanteren. In theorie kan iedere gemeente die zelf bepalen. Echter, het gebruik van deelmobiliteit houdt niet op bij de gemeentegrens. Wanneer definities van deelmobiliteit tussen gemeenten verschillen biedt dit kansen op verwarring bij gebruikers en deelmobiliteitsaanbieders, bijvoorbeeld wanneer het gebruik maken van parkeerfaciliteiten verschillend is geregeld. Juist een op nationaal niveau vastgelegde definitie van deelmobiliteit kan helpend zijn bij het beperken van de variëteit aan begripsafbakeningen en vergemakkelijken van deelmobiliteitsgebruik over gemeentegrenzen.
Kortom, vanuit verschillende invalshoeken is het voor gemeentelijk beleid wenselijk dat er een nationaal vastgelegde definitie van deelmobiliteit komt.
Meer informatie
> Wie denkt te kunnen bijdragen aan deze probleemverkenning en/of aan een goede definitie wordt bij deze uitgedaagd om te reageren op dit artikel.Dat kan door een email te sturen naar communicatie@vexpan.nl
De oorspronkelijke versie van dit artikel is te lezen op vexpan.nl