Ruimte maken met mobiliteit
Hoewel de trend is dat de openbare ruimte steeds autoluwer wordt, neemt mobiliteit nog steeds een groot deel van de leefomgeving in beslag. Auto’s, rijdend of stilstaand, bepalen in veel gevallen nog altijd het straatbeeld. Bij &Morgen zien ze mobiliteit echter als ruimtemaker.
Martijn Elting is adviseur duurzame mobiliteit bij &Morgen. Hij ziet mobiliteit als letterlijke- en figuurlijke ruimtemaker. “Zeker vanuit het verleden is mobiliteit altijd iets geweest dat ruimte vraagt. Maar die ruimte is er niet meer in de stad. Door mobiliteit en bereikbaarheid op een alternatieve manier te regelen, maken we ruimte voor andere dingen. Daarnaast maken we ruimte voor meer gezonde mobiliteit, meer groen, meer sociale veiligheid en betaalbare mobiliteit. We hebben het dan met name over de stilstaande auto die het veld moet ruimen. Om daar een alternatief voor de creëren, kijken we bij gebiedsontwikkeling eerst naar wat er per fiets en te voet kan. Daarna kijken we naar de mogelijkheden van het ov en dan naar deelmobiliteit, met de focus op deelfietsen en deelbakfietsen en deelauto’s. Als laatste kijken we ook hoe we de auto’s centraler kunnen parkeren in een gebied.”
Binnenstedelijke gebiedsontwikkeling
Bij binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen maken oude woningen vaak plaats voor meer nieuwe woningen. Parkeren op maaiveld wordt daar vaak tot een minimum beperkt, flankerende maatregelen zorgen ervoor dat bewoners ook alternatieve manieren hebben om te reizen. Alle betrokkenen moeten samen duurzaam reisgedrag stimuleren. Als bezoekers in het weekend bij werkgevers kunnen parkeren, staan er niet onnodig parkeerplaatsen leeg en het voorkomt parkeeroverlast in een nabijgelegen woonwijk.
Nieuwe en bestaande bewoners
Hoe veelbelovend de theorie ook klinkt, pas als de nieuwe wijk er is, zal blijken hoe weerbarstig de praktijk is. Gedrag is daarbij een belangrijke factor. De meeste mensen vinden het prettiger om in hun woonomgeving groen te hebben, of een bankje of speelvoorzieningen, dan heel veel geparkeerde auto’s. Maar hun eigen auto iets verder weg parkeren, is wel een uitdaging. Nieuwe bewoners moeten sowieso hun gedrag veranderen en nieuwe gewoonten aanleren, dus zij zijn eerder geneigd hun auto ergens anders te parkeren. Voor de bestaande bewoners is het lastiger. Niet iedereen zal meteen geneigd zijn de auto in de parkeergarage te zetten in plaats van voor de deur, of zelfs de auto te delen of weg te doen.
Deelmobiliteit en nieuwbouw
Wie de eigen auto de deur uit doet, kan in veel gevallen gebruikmaken van deelmobiliteit. Hoe groot de rol wordt voor deelmobiliteit is moeilijk te voorspellen. Bij nieuwbouwontwikkelingen is deelmobiliteit bijna de heilige graal om minder parkeerplaatsen te realiseren. Maar ook al is deelmobiliteit kansrijk voor bepaalde doelgroepen, het moet wel op een succesvolle manier worden toegepast. Het moet gemakkelijk en snel te gebruiken zijn, voorzien zijn van een goede informatievoorziening, communicatie en marketing en een passende en aantrekkelijke (probeer)prijs hebben. Bovendien moeten toekomstige bewoners bij alleen al interesse in het bouwproject op de hoogte zijn van de mobiliteitsmogelijkheden.
Het wennen aan de nieuwe situatie en het inslijten van nieuw gedrag duurt vaak 2 jaar. Het helpt als in die tijd de stimuleringsmaatregelen intensiveren.
Politiek lef
Elting vindt het spannend om te zien hoe ontwikkelingen uit zullen pakken. “Het is jaren gegaan zoals het ging. We keken naar verkeersmodellen die op basis van het verleden de toekomst voorspelden. Het vergt politiek lef om het voor het collectief beter te maken en te sturen op de stad die je wil zijn. Het interessante is dat momenteel heel veel dingen bij elkaar komen. De woningnood, klimaatverandering, veiligheid, bereikbaarheid, hittestress, waterafvoer etc. Als we al die opgaven willen aanpakken, móeten we wel veranderen. Mobiliteit is één van de mooiste draaiknoppen daarvoor. Ik hoop dat we over 5 tot 10 jaar het resultaat zien van wat we nu bedenken. Ik geloof erin dat we de voordelen ervan gaan inzien dat we een paar honderd meter moeten gaan lopen om onze (deel)auto te pakken, net zoals we dat nu doen naar de ondergrondse afvalcontainter. Het belangrijkste: we doen het ook voor onszelf, maar vooral voor de volgende generaties. Dat moet dan ook bij alles het uitgangspunt zijn.”
Het volledige artikel is te lezen op mobiliteitsplatform.nl