Provincie Utrecht wil netwerk deelmobiliteit
De provincie Utrecht wil deelmobiliteit opschalen in zowel stedelijk als landelijk gebied. Maar er was geen helder overzicht van de locaties waar deelvoertuigen beschikbaar zijn en hoeveel hubs er zijn. De Hogeschool Utrecht heeft de data gezocht en geanalyseerd.
Data verzamelen
De provincie Utrecht neemt deel aan het Interreg-Project ‘ShareDiMobiHub’ (Shared & Digital Mobility Hubs) en werkt aan een opschalingsplan voor deelmobiliteit in de provincie. Bij het opstellen van het opschalingsplan moet er een zo volledig mogelijk beeld zijn van het actuele aanbod in de provincie. Omdat contracten met aanbieders van deelmobiliteit vaak op gemeentelijk niveau worden afgesloten, zorgt dit voor uitdagingen op provinciaal- en landelijk niveau. Zo is de data over gebruik van deelmobiliteit vaak moeilijk verkrijgbaar of weinig inzichtelijk. Daarnaast bemoeilijkt het ook de samenwerking op intergemeentelijke schaal. Dit is dan ook een van de knelpunten bij het stimuleren van een integraal aanbod van deelmobiliteit in de provincie. Als partner van het Interreg-project maakte de Hogeschool Utrecht een inventarisatie en GIS-analyse van deelvoertuigen en deelmobiliteitshubs in de provincie Utrecht. De gebruikte data in dit onderzoek is volledig verkregen van de websites van de aanbieders van deelvoertuigen en van CROW.
Definitie deelmobiliteitshub
Dit onderzoek had als doel om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van locaties waar deelvoertuigen beschikbaar zijn. Daarnaast is onderzocht in hoeverre deze deelvoertuigen zich clusteren tot deelmobiliteitshubs. In dit onderzoek is een 'deelmobiliteitshub' gedefinieerd als een locatie waar ten minste twee verschillende vormen van deelmobiliteit en/of ov-standplaatsen zich in de nabijheid (150 meter) van elkaar bevinden. Deze deelmobiliteitshubs fungeren als centrale punten in multimodale reizen, waardoor gebruikers er gemakkelijk kunnen overstappen op verschillende (deel)modaliteiten. Bij deze inventarisatie is ook nadrukkelijk gezocht naar hubs die niet officieel bestempeld zijn als hub-locaties.
100 hubs in de provincie Utrecht
Er zijn in de provincie Utrecht zo’n 3642 locaties met deelvoertuigen, met per locatie minstens een, maar soms meerdere deelvoertuigen. Er is ook gekeken naar de ruimtelijke clustering van verschillend (deel)modaliteiten. Voor deze cluster-analyse zijn alleen deelvoertuigen meegenomen die een vaste standplaats hebben met twee of meer deelvoertuigen.
In totaal zijn er 100 hubs in kaart gebracht in de provincie Utrecht. De meest voorkomende combinaties van modaliteiten zijn de trein-bus-fiets hubs, de bus-fiets hub en de bus-auto hubs.
Ondersteuning opstellen nieuw beleid
De kaart van de locaties en hubs van deelmobiliteit en ov maakt de huidige situatie van deelmobiliteit inzichtelijk, en is daardoor te gebruiken als ondersteuning bij het opstellen van nieuw beleid. Bovendien laat het zien dat het mogelijk is om inzicht te krijgen in het aanbod van deelmobiliteit, zonder daarvoor allemaal gemeentelijke bronnen te moeten gebruiken. Eenzelfde onderzoek kan ook in andere provincies uitgevoerd worden.
Intergemeentelijk netwerk deelmobiliteitshubs
In de volgende fase van het project wordt de inventarisatie van de hubs gebruikt voor het vaststellen van nieuwe potentiële hub-locaties, gebaseerd op onder andere de zichtbaarheid, connectiviteit en de bereikbaarheid van de locaties.
De provincie Utrecht gaat deze informatie gebruiken voor het opzetten en het uitvoeren van een provinciaal plan voor de opschaling van deelmobiliteit, gericht op het creëren van een intergemeentelijk netwerk van deelmobiliteitshubs.
Meer informatie over het Interreg project ShareDiMobiHub staat op: Interregnorthsea.eu/sharedimobihub
De oorspronkelijke versie van dit artikel is te lezen op verkeerskunde.nl