Nieuwsbericht

Overijssel test vijf regiohubs en tekent convenant met NS

Profielfoto van Kennisplatform CROW
5 februari 2024 | 2 minuten lezen

Om ervaring op te doen start de provincie Overijssel op vijf locaties met regionale hubs, waarvan drie bij een NS-station. Gedeputeerde Dadema tekende daarvoor een convenant met het vervoersbedrijf. De regiohubs zijn bedoeld om de bereikbaarheid te verbeteren en bieden service aan de reiziger. Voor de evaluatie heeft Overijssel een speciale methodiek laten ontwikkelen. 

Op de hubs moeten reizigers makkelijk kunnen overstappen op andere vormen van vervoer en vinden ze er voorzieningen zoals parkeerruimte en horeca. Doel is dat de hubs gaan leiden tot meer duurzame reizen in Overijssel door een toename van lopen, fietsen en het gebruik van het openbaar vervoer. 

‘Bereikbaarheid is cruciaal voor onze inwoners en moet beter. Belangrijk voor verkeer naar het werk, familie en vrienden, voorzieningen, school. We willen graag meer doen om de reis tussen je thuis en je werk aangenamer te maken’, zegt Overijsselse gedeputeerde Martijn Dadema. 

‘Door deze reis beter te laten aansluiten op de verschillende vervoersmogelijkheden zetten we meer in op duurzaam en snel reizen van A naar B. We vinden het belangrijk dat de Overijsselse dorpen en steden nog beter met elkaar worden verbonden. De regionale hubs bieden daarin een uitkomst.’ 

Het gaat om een proef bij station Kampen-Zuid, station Dalfsen, station Steenwijk, P+R Enschede Zuiderval en P+R Zwolle Hessenpoort. Uiteindelijk is het doel zo’n 50 ‘Regiohubs met netwerkfunctie’ of ‘Park & Ride hubs’ in Overijssel. 

NS en Overijssel hebben in het convenant afgesproken dat de beoogde doelstellingen per pilotlocatie verder worden uitgewerkt in een aparte overeenkomst met betrokken stakeholders, zoals gemeente en ProRail,  

Monitor Hubs en Stationsbelevingsmonitor 

Om de test-hubs goed te kunnen evalueren, wordt de Stationsbelevingsmonitor van NS gebruikt. Overijssel heeft voor de monitoring het mobiliteitsadviesbureau Goudappel ingeschakeld. Die heeft met de Monitor Hubs een generiek inzetbare methode ontwikkeld voor vervolgmetingen, die naast de Stationsbelevingsmonitor wordt gebruikt.

Deze monitoring dient als basis voor het ontwikkelen van de stationshub, eventuele verbetermaatregelen op de stationshub en als leerpunten voor hubontwikkeling op andere locaties, aldus het convenant 

Door standaardisatie van de uitvoering en de effectmeting kunnen resultaten landelijk of regionaal vergeleken kunnen worden, zegt Goudappel. Ook worden zo ontwikkelingen en innovatie op het gebied van hubs beter inzichtelijk. 

De methode is landelijk inzetbaar voor zowel kleine als grote hubs en voor trein, bus of parkeerlocaties, aldus Goudappel. 

Het Convenant ontwikkeling stationshubs Overijssel tussen de provincie en NS is geldig voor vijf jaar. Er wordt jaarlijks over het document overlegd en drie maanden voor de aflooptermijn gaan de twee partijen opnieuw met elkaar om tafel. 

De oorspronkelijke versie van dit artikel is te lezen op stadszaken.nl