Vierde monitor verschenen van Toekomstbeeld OV 2040
Het ministerie van IenW heeft samen met CROW-KpVV, KiM en KWINK groep voor het vierde achtereenvolgende jaar de Monitor Toekomstbeeld OV 2040 uitgebracht. Het programma Toekomstbeeld OV werkt sinds 2019 aan de uitwerking van de Contouren Toekomstbeeld OV 2040. De partners in het programma denken na over de rol van het openbaarvervoernet in 2040 en de maatregelen en keuzes die hierin nodig zijn. Sinds 2020 monitort een kerngroep, bestaande uit het ministerie van IenW en CROW-KpVV met medewerking van KiM en ondersteuning door KWINK groep, de voortgang op vijf doelen. Dit gebeurt in opdracht van de stuurgroep Toekomstbeeld OV.
5 doelen 17 indicatoren
De 4-meting die nu is verschenen, beschrijft de voortgang op de 5 doelen aan de hand van 17 indicatoren. Op hoofdlijnen laten de indicatoren in de monitor de volgende ontwikkelingen zien per doel:
- Doel 1. Aandeel ov, fiets en lopen in de mobiliteit: een aanzienlijke toename in het ov-gebruik, maar het openbaar vervoer is nog niet terug op het niveau van 2019.
- Doel 2. De reizigerswaardering voor het ov naar een 8: de OV-Klantenbarometer laat na een jarenlange stijging van de rapportcijfers een stagnatie zien sinds corona en op sommige punten een daling.
- Doel 3. Het hele ov zero-emissie en circulair: de uitstoot van ov-bussen en regionale dieseltreinen is verder afgenomen.
- Doel 4. Nederland koploper in innovatie: er bestaan geen (openbare) databronnen die iets kunnen zeggen over de voortgang op doel 4. Wel is er nu een Innovatienetwerk OV dat zicht houdt op innovaties in de ov-sector en die innovaties, waar mogelijk, aanjaagt of versnelt.
- Doel 5. Veiliger en minder hinder: uit de cijfers komt geen eenduidig beeld van de ontwikkeling rond veiligheid en minder hinder naar voren.
Herijking Toekomstbeeld OV
De partners van het Toekomstbeeld Openbaar Vervoer hebben het afgelopen jaar gewerkt aan de herijking van het Toekomstbeeld OV. Dit heeft in januari 2024 geleid tot de Situatieschets Toekomstbeeld Openbaar Vervoer 2040. De conclusie is dat vanwege een gewijzigde reizigersvraag, prijsstijgingen, een gewijzigd ov-aanbod, een krappe arbeidsmarkt en hogere eisen aan het ov, scherpe keuzes nodig zijn. Zowel voor de korte termijn (vormgeving en bekostiging van het openbaar vervoer in relatie tot de reizigersvraag) als de lange termijn (investeringen in infrastructuur). Die scherpe afwegingen zijn ook nodig vanwege de beperkte middelen in het Mobiliteitsfonds. Daarom zullen prioriteiten moeten worden gesteld, aldus de opstellers van de situatieschets.